Minister van Defensie bezoekt afstuderende leerlingen richting Defensie en Veiligheid
“Ik ben bijzonder blij dat deze jongeren bewust gekozen hebben voor de richting Defensie en Veiligheid,” zei de minister tijdens zijn toespraak. “We hebben bij Defensie gemotiveerde en goed opgeleide jongeren nodig, en deze leerlingen tonen dat de nieuwe generatie klaarstaat om haar verantwoordelijkheid op te nemen voor onze veiligheid.”
De opleiding Defensie en Veiligheid wordt intussen in een groeiend aantal scholen aangeboden. In 2024 werd ze ingericht in 32 scholen verspreid over het hele land, waaronder 15 Nederlandstalige scholen in het Vlaamse Gewest, 14 Franstalige scholen in Wallonië, en 3 scholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Voor het schooljaar 2025-2026 staan opnieuw uitbreidingen gepland:
- 4 nieuwe scholen in de Franse Gemeenschap starten met de opleiding.
- In de Duitstalige Gemeenschap zal voor het eerst een school (Robert Schuman Institut in Eupen) de richting aanbieden.
Sinds 2023 meldden zich 332 sollicitanten bij Defensie die afkomstig zijn uit deze opleiding, van hen werden 178 jongeren effectief ingelijfd.
“Deze cijfers tonen aan dat de opleiding zijn doel niet mist,” aldus de minister. “Elke jongere die na deze studierichting voor Defensie kiest, is een aanwinst voor onze organisatie én voor onze samenleving.”
Om het succes van de opleiding ook in Vlaanderen verder te versterken, heeft de Minister van Defensie inmiddels het overleg opgestart met Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir. Er wordt bekeken hoe het aanbod in Vlaanderen kan worden uitgebreid om te anticiperen op de stijgende interesse van jongeren in de komende jaren.
“Nabijheid en kwaliteit zijn voor ons cruciale elementen”, benadrukte de minister. “We willen jongeren in alle regio’s – ook in Vlaams-Brabant- de kans geven om deze opleiding te volgen en zo een stap te zetten richting een waardevolle loopbaan bij Defensie.”
De minister onderstreepte tot slot het belang van nauwe samenwerking met het onderwijs en de partners en benadrukte de nood aan voldoende instructeurs, lesgevers en opleidingsinfrastructuur, zoals kamplocaties, om de kwaliteit van de opleiding te waarborgen.