Defensie en Deelstaten starten structurele samenwerking voor sterkere krijgsmacht

Met het protocolakkoord leggen Defensie en de Deelstaten voor het eerst vast dat ze structureel rond de tafel gaan zitten over alles wat nodig is om de krijgsmacht te heropbouwen en onze samenleving weerbaarder te maken. Het gaat om een praktische werkrelatie, met duidelijke afspraken en een vaste overlegstructuur.

Deelstaten spelen cruciale rol in groei van Defensie

Om te kunnen groeien heeft Defensie de Deelstaten heel concreet nodig. Vergunningen voor infrastructuur, ruimtelijke ordening, mobiliteit, onderwijs- en opleidingsbevoegdheden en tewerkstelling liggen in grote mate bij de Gewesten en Gemeenschappen.
In het nieuwe overlegplatform worden die dossiers gezamenlijk voorbereid, zodat knelpunten sneller worden opgelost en investeringen van Defensie effectief kunnen worden gerealiseerd op het terrein.

Verbindingsofficier bij Minister-Presidenten

Een nieuw en belangrijk element in het akkoord is de installatie van een verbindingsofficier van Defensie bij de Minister-Presidenten. Die fungeert als vast aanspreekpunt tussen de betrokken kabinetten en administraties.

Vaste plaats in DIRS en innovatieplatformen

De Gewesten die tekenen, krijgen een volwaardige plaats aan tafel in de Defence, Industry and Research Strategy (DIRS) en aanverwante structuren. Zo kunnen zij mee bepalen welke projecten prioriteit hebben, hoe onderzoeksbudgetten best worden ingezet en hoe bedrijven maximaal kunnen deelnemen aan Europese en NAVO-projecten.

Defensie kan op haar beurt gebruikmaken van de instrumenten die de Deelstaten al hebben opgezet rond innovatie, incubatie en acceleratie, zodat defensieprojecten beter aansluiten bij de regionale economische en industriële strategie.

Werkafspraken

Minister van Defensie Theo Francken: “Defensie stelt zich nu ook ten dienste nu ook van de Deelstaten als voorbeeld van interfederale samenwerking. Voor de heropbouw van onze krijgsmacht hebben we de Deelstaten nodig: voor vergunningen, voor infrastructuur, voor mobiliteit, voor opleiding en rekrutering. In ruil geven we hen een vaste plaats aan tafel. Zo zorgen we ervoor dat we sneller tot resultaten komen, zowel voor Defensie als voor de Deelstaten.”

“Voor het eerst worden de deelstaten zo nauw betrokken bij de uiterst cruciale bevoegdheid van Defensie. Dit samenwerkingskader is dus historisch te noemen, al zeker in geopolitieke bijzonder uitdagende tijden. Het is een win-win voor alle betrokkenen. Vanuit onze eigen expertise en bevoegdheden - denk onder andere aan ruimtelijke ordening, onderwijs, mobiliteit, innovatie, industrie… - schrijft Vlaanderen mee aan het bijzonder belangrijke defensieverhaal. De federale partner heeft door dit kader een rechtstreekse lijn met de deelstaten. Bovendien kan door dit nieuwe kader het Vlaams defensieplan versneld geactiveerd worden”, voegt Matthias Diependaele, Minister-President van Vlaanderen, toe.

"In een sterk veranderende geopolitieke context, gekenmerkt door een toegenomen behoefte aan veiligheid en weerbaarheid, is het essentieel dat Wallonië volledig geïntegreerd wordt in de nationale defensiestrategie. Dit protocol markeert een nieuwe stap richting een gestructureerde samenwerking, ten dienste van onze veiligheid, innovatie en werkgelegenheid", aldus Adrien Dolimont, Minister-President van Wallonië.

De geopolitieke situatie waarmee Europa en natuurlijk ook België wordt geconfronteerd, vereist dat de federale overheid en de Deelstaten nauwer samenwerken op het gebied van defensie. Op het niveau van de Federatie Wallonië-Brussel zal dit protocolakkoord het mogelijk maken om gezamenlijk opleidingen in het hoger onderwijs te ontwikkelen die inspelen op de uitdagingen waar Defensie voor staat, onder meer op het vlak van veiligheid en crisisbeheer. Het zal onder meer partnerschappen stimuleren tussen instellingen voor hoger onderwijs en Defensie. Ook zal worden onderzocht hoe stages, duaal leren en de certificering van (studenten) reservemilitairen kunnen worden geïntegreerd binnen onderwijsstructuren. Meer algemeen zal het de betrokkenheid van de Deelstaten vergroten in de civiel-militaire samenwerking rond gezondheidsbeleid. Met dit protocolakkoord zetten de FWB en Defensie nu een structureel samenwerkingskader op”, verklaart Élisabeth Degryse, Minister-President van de Federatie Wallonië-Brussel.

Oliver Paasch, Minister-President van de Duitstalige Gemeenschap: “Het nieuwe platform geeft de Duitstalige Gemeenschap voor het eerst een permanente en gelijkwaardige rol in veiligheidsgerelateerde overlegmomenten tussen de federale staat en de Deelstaten. De nauwe betrokkenheid bij verschillende aspecten van Defensie versterkt ook onze regionale ontwikkeling en zorgt ervoor dat nationale weerbaarheid ook bij ons tastbaar wordt.”

Vertrekpunt voor langdurige samenwerking

Met dit protocol maakt Defensie duidelijk dat ze een betrouwbare partner wil zijn voor Gewesten en Gemeenschappen. Het akkoord wordt zo het vertrekpunt van een langdurige, resultaatgerichte samenwerking rond één gezamenlijk doel: een moderne, slagkrachtige krijgsmacht en een weerbare samenleving.